Lobby voor Obama-museum
In de week dat president Barack Obama nog maar eens pleitte voor het creëren van banen en het aanpakken van de verouderde infrastructuur woedt er elders in het land een bijzondere strijd. Die om het Barack Obama Presidential Library and Museum. Drie steden willen graag een deel van hun grondgebied beschikbaar stellen om de nalatenschap van de 44ste president van Amerika vorm te geven: Chicago, Honolulu en New York. De vraag is: welke keuze maakt Obama? Hij is degene die de knoop moet doorhakken. Een artikel van Stan Bos.
Drie steden kandidaat
Obama woonde voor zijn Witte Huis-tijd jaren in Chicago en noemt het zijn thuis. Hij maakte er zijn entree in de politiek. De keuze voor de stad in de staat Illinois ligt voor de hand, maar het ziet er niet zo eenvoudig uit als het lijkt. Honolulu, de hoofdstad van Hawaï, wil het museum ook graag bouwen. Obama werd er geboren en spendeerde er een deel van zijn jeugd. Mocht Honolulu de strijd winnen, dan zou dat het eerste presidentiële museum zijn dat niet op het vasteland van Amerika wordt neergezet. En dan is er nog New York. De Colombia University, waar Obama studeerde, geeft aan graag ruimte te maken om het museum op hun terrein te huisvesten.
Universiteitsterrein voor Obama-museum?
Een museum op een universiteitsterrein is niet vreemd. De presidentiële musea van de beide presidenten Bush, in respectievelijk de Texaanse steden College Station en Dallas, staan op het grondgebied van universiteiten. Het presidentiële museum van John F. Kennedy staat pal naast de University of Massachusetts in Boston. Op de campus van University of Texas in Austin verrees de Lyndon Johnson Presidential Library and Museum. Het levert de scholen veel publiciteit op. Bovendien komt het voor de buitenwereld sympathiek over als een vertrokken president zijn museum op een universiteitsterrein laat bouwen. Al besloten door de moord op John F. Kennedy zijn nabestaanden waar het museum kwam.
Veel bezocht
De presidentiële musea in Amerika worden doorgaans veel bezocht. Als ik in de buurt ben, kan ik het nimmer laten een bezoekje te brengen. Van alle presidenten die Amerika de afgelopen vijftig jaar dienden, bezocht ik met uitzondering van die van president Gerald Ford (in Michigan), alle presidentiële musea. Die van Kennedy in Boston, Johnson in Austin, Nixon in Yorba Linda (Californië), Carter in Atlanta, Reagan in Simi Valley (Californië), Bush senior in College Station (Texas), Clinton in Little Rock (Arkansas) en Bush junior in Dallas (klik hier voor het artikel over mijn bezoek aan dat museum in de zomer van 2013).
Ronald Reagan
Van alle musea die ter ere van een president zijn gebouwd, staat de mooiste in het Californische Simi Valley. Na zijn presidentschap – van 1981 tot 1989 – besloot Ronald Reagan zijn museum en bibliotheek (alle papieren en archieven van een presidentschap verhuizen mee) in de heuvels van Simi Valley te laten bouwen. Op een prachtige locatie met een schitterend uitzicht is alles te vinden over de nalatenschap van Reagan, die in juni 2004 overleed en binnen de Republikeinse partij nog altijd als een held wordt gezien. Ook zijn daar al eens debatten gevoerd tijdens de Republikeinse voorverkiezingen.
Obama
Voorlopig wacht Obama nog belangrijker zaken dan de keuze voor zijn museumlocatie. Met nog ruim tweeënhalf jaar voor de boeg wil de zittende president proberen om – hoewel hij heeft te maken met een Republikeinse meerderheid in het Huis van Afgevaardigden – nog een deel van zijn agenda te realiseren. Dan richt hij zijn museum over een paar jaar met een aangenaam gevoel in. Waar die dan ook wordt gebouwd.
Stan Bos (1982) bezocht alle 50 staten en herinnert zich zijn kennismaking met Amerika nog goed. “Je bent nog geen 21, dus geen alcohol voor jou, zei de douanier op Newark Airport. Eenmaal tussen de indrukwekkende wolkenkrabbers en na de eerste zenuwachtige dag, dacht ik: dit is mijn land! Amerika is een topland met topmensen! Vanwege de ruimte, afwisseling, natuur, steden en het toeren in de auto.” Stan heeft nog lang geen genoeg van Amerika. “Ik wil nog meer zien van staten waar ik al ben geweest en als correspondent een presidentsverkiezing verslaan.” Zijn drie favoriete staten: Oregon, Utah en Maine (“al is de keuze best lastig”). Favoriete plek: de National Mall in Washington DC. @StanSchrijft