Die andere Amerikaanse presidentskandidaten
Republikein Donald Trump en Democraat Hillary Clinton zijn de minst populaire presidentskandidaten in de geschiedenis. Hun impopulariteit speelt een groep niet zo bekende politici in de kaart: al lang was de interesse in third party- en onafhankelijke kandidaten niet meer zó hoog. Gastschrijver Els Hekkenberg dook in de wereld van die ándere Amerikaanse presidentskandidaten.
Die andere Amerikaanse presidentskandidaten
You love ‘em or hate ‘em: The Donald en Hillary hebben bijna net zoveel tegenstanders als voorstanders. Hun populariteitscijfers zijn om te huilen. In een onderzoek dat afgelopen zomer werd gehouden, zei 47 procent van de Amerikanen nog dat ze een derde optie zouden overwegen uit onvrede over de twee gevestigde kandidaten. Vorige maand nog bleek uit een poll dat een derde van de jongste groep stemmers (18 tot 29 jaar) een third party-kandidaat overwoog. Maar hoe zit dat nu precies met die third parties?
Tweepartijensysteem Amerika?
Amerika lijkt een tweepartijenstelsel, maar is dat officieel niet: er zijn meerdere partijen actief, waarvan de Green Party en de Libertarian Party de minst onbekende voorbeelden zijn. Dit type partijen werkt in Amerika slechts in de marges. Om verkiesbaar te worden, moet een presidentskandidaat van zo’n partij voldoen aan een serie ingewikkelde eisen en deadlines.
Deze zogenaamde ballot access laws verschillen per staat. Democraten en Republikeinen staan vanwege hun resultaten in het verleden automatisch op de stembiljetten in alle staten, maar onafhankelijke kandidaten of kandidaten van kleinere partijen hebben duizenden handtekeningen nodig om dat te bereiken. En pas als ze 5% van de stemmen in een jaar behalen, krijgen ze federale fondsen voor een campagne vier jaar later. Maar dat laatste is al ruim twintig jaar niet meer van toepassing.
Dan is er nog een bijzondere uitzondering in het Amerikaanse systeem: de zogenaamde write-in candidates. Wie niet op de ballot staat, kan toch stemmen krijgen als mensen hun naam op het stembiljet schrijven. Dit kan in 43 van de vijftig staten in Amerika. Maar van die staten verplichten er 35 ook de write-in-candidates om zich van tevoren te registreren. Nu beide major party candidates ongelofelijk lage populariteitscijfers hebben, kijken meer en meer mensen naar alternatieven.
Google meldde onlangs een sterke stijging van het gebruik van de zoekterm ‘write-in’. Hoewel er nog nooit een write-in president is geweest, is er één senator die zo gekozen is: de Republikeinse senator Lisa Murkowski uit Alaska. Zij verloor de primary in haar staat, maar werd uiteindelijk via write-ins tóch nog gekozen.
Jill Stein en Gary Johnson
Hoewel het lastig is om voet aan de grond te krijgen naast de grote politieke machines van de Republikeinen en Democraten, geven ’tweederangs’ kandidaten het niet zo snel op. Vorige week bleek dat zich in totaal 1,910 kandidaten gemeld hebben bij de Federal Election Commission.
Er is dit jaar slechts één third-party-kandidaat die het gelukt is om in alle staten op het stembiljet te staan: Gary Johnson van de Libertarian party. In New Mexico was hij nog gouverneur namens de Republikeinen, maar onder de vlag van de Libertarians strijdt hij nu voor een beperkte overheidsbemoeienis, lage belastingen, vertrek uit de NAVO en VN en het legaliseren van marihuana. Daarmee is Johnson een bijzondere kandidaat: hij trekt met zijn gevarieerde stellingen zowel bij Republikeinen als Democraten kiezers weg. Johnson kwam laatste weken vooral in het nieuws als de kandidaat die niet wist wat Aleppo was en geen buitenlandse leider kon noemen.
Johnson deed in 2012 ook mee en sleepte toen een kleine 1,3 miljoen stemmen binnen, het hoogste aantal voor een third party-kandidaat sinds 2000, maar nog geen procent van alle stemmen. In de laatste peilingen staat Johnson landelijk op vijf tot zeven procent van de stemmen. Hij wordt op de voet gevolgd door Green Party-kandidaat Jill Stein, met ongeveer drie procent van de stemmen. Stein trekt met haar milieu-issues vooral stemmen weg aan Hillary’s kant. Dr. Jill Stein heeft een achtergrond in de medische wereld en was vier jaar geleden ook al de kandidaat van de groene partij. Ze haalde toen net geen 470.000 stemmen binnen. Stein is in bijna net zoveel staten als Johnson verkiesbaar.
De rest van de rest
Ook Darrell Castle van de Constitution Party is in meer dan veertig staten te kiezen. Daarnaast is er een handvol kandidaten dat in slechts een paar staten te kiezen is, zoals Evan McMullin en Gloria LaRiva, Rocky de la Fuente en Mimi Soltysik. En dan volgt een enorme lijst met namen van third-party en onafhankelijke kandidaten die in minder dan vijf staten te kiezen zijn, met pareltjes als Princess Khadijah Jacob Fambro uit Californië (te vinden op de subtiel genaamde website www.slaveryends2016.com), Jim Hedges van de Prohibition Party, Dan Vacek van de Legal Marijuana Now Party uit Minnesota en de onafhankelijke Joseph ‘Joe Exotic’ Maldonado uit Oklahoma, wiens verkiezingsspotje ik jullie niet wil onthouden:
Kunnen third party-kandidaten ooit winnen?
De laatste niet Republikeinse of Democratische kandidaat won in 1850. President Millard Fillmore mocht toen het ambt bekleden namens de Whig party. De Republikeinse partij bestond toen nog niet. De ‘reserve’-kandidaten van 2016 hebben in het huidige politieke klimaat echter weinig kans op winst. De Founding Fathers waren sterk tegen een partijensysteem en zeker tegen een tweepartijensysteem. Maar een mechanisme genaamd first-past-the-post werkt een tweepartijensysteem in de hand: degene die wint, krijgt namelijk vaak alle stemmen of kiesmannen.
Waar in Nederland een evenredige verdeling van zetels in verhouding met het aantal stemmen plaatsvindt, krijgt een tweede of derde plek in de Amerikaanse verkiezingen helemaal niets. In plaats van op een independent te stemmen, stemmen mensen vaak ’tegen’ degene die ze echt niet willen, omdat ze anders bang zijn hun stem ‘weg te gooien’. Zo blijft het tweepartijensysteem in stand.
Standpunten Clinton en Trump: lees hier de verschillen!
Spoiler candidates
Vaak worden derde of vierde kandidaten daarom spoiler candidates genoemd: ze kapen essentiële stemmen van de ‘echte’ kanshebbers weg. Zo verloor Democratische opvolger van president Martin van Buren in 1848 zijn kans op het presidentschap aan Whig-kandidaat Zachary Taylor, omdat Van Buren als independent tien procent van de stemmen kaapte. Abraham Lincoln werd verkozen met één van de laagste percentages stemmen in de geschiedenis toen twee third-party kandidaten in 1860 samen bijna één derde van de stemmen wonnen.
En we herinneren ons allemaal de zeer nipte overwinning van George W. Bush, mede mogelijk gemaakt dankzij de 2,74 procent van de stemmen die naar Green Party-kandidaat Ralph Nader ging, waarschijnlijk in plaats van naar Democraat Al Gore. Hoewel veel mensen bang zijn voor deze zogenaamde spoiler rol, zien ook velen het belang van een third party-kandidaat: onderwerpen als slavernij, prohibition en de staatsschuld werden dankzij hen (eerder) onderwerp van debat bij de mainstreampartijen.
De plottwist: Evan McMullin
In 1968 won de American Independent George Wallace 13,5 procent van de stemmen. Hoewel dat geen invloed had op de uiteindelijke uitslag, is Wallace tot nu toe de laatste third party-kandidaat die daadwerkelijk een staat won. Dit jaar zou daar wel eens verandering in kunnen brengen. Landelijk heeft Evan McMullin amper bekendheid, maar hij zou er zo maar eens met de winst in Utah vandoor kunnen gaan. De mormoonse CIA-man houdt er gevestigde Republikeinse standpunten op na en zegt voor het presidentschap te gaan omdat hij walgt van de twee grote kandidaten. Aan zijn verkiezing tot president zou een onwaarschijnlijk scenario ten grondslag liggen, maar niets is onmogelijk.
Mormoonse Utah
In het normaliter Republikeinse en Mormoonse Utah, dat moeite heeft met de vrijpostige Trump, zou hij zo maar eens kunnen winnen. De eerste polls die hem op voorsprong laten zien zijn al gepubliceerd. Als hij in Utah wint, is hij één onwaarschijnlijke stap dichter bij het presidentschap. Er zou een gelijkspel moeten ontstaan tussen Clinton en Trump (wat zou kunnen als McMullin de zes kiesmannen van Utah in zijn zak heeft).
Als geen van de twee kandidaten de grens van 270 kiesmannen overschrijdt, gaat de beslissing volgens het twaalfde amendement naar het Amerikaanse congres. Die moet beslissen over de top 3-kandidaten, waar McMullin met zes kiesmannen toe zou kunnen behoren. En dat zou, in nog verder ingewikkelde procedures, in een bizarre samenloop van omstandigheden kunnen betekenen dat de 40-jarige McMullin president kan worden. Unlikely, maar het zou kunnen.
Ook leuk: John Oliver in Last Week Tonight over third party candidates.
Els Hekkenberg (1986) is freelance journalist en communicatiestrateeg. Haar fascinatie in Amerika resulteerde in een masterdiploma Amerikanistiek. Ze mag inmiddels negentien staten van haar lijstje strepen, waarbij naast toeristische hoogtepunten ook vaak wat onbekendere oorden aangedaan worden. Maar na een aantal roadtrips door Amerika is het besef wel ingezonken: “You ain’t seen nothing yet”. En daarom zal er altijd een volgende reis op de planning staan. Op Twitter: @elshekkenberg
Jammer dat alle aandacht van de Nederlandse pers gaat naar Clinton en Trump
Die van pers in de hele wereld toch? Zo gaat het al sinds mensenheugenis. Ja, er zijn nog meer kandidaten, maar uiteindelijk is het toch altijd een gevecht tussen de democraat en de republikein. Kennedy vs. Nixon. Dat Harry Flood Byrd in 1960 meedeed en nog zes anderen, boeit slechts een enkeling.