Foto met een verhaal: in de rij voor het Pentagon
Naïef, dat was het sleutelwoord voor een te ambitieus en ondoordacht plan in mei 2008. Het leek me tijdens mijn eerste Amerika-reis wel aardig een bezoek te brengen aan het Pentagon, het zwaarbewaakte hoofdkwartier van het ministerie van Defensie even buiten Washington DC. Gewoon even rondkijken en dan met de metro weer terug naar het armetierige motel in één van DC’s buitenwijken. Niet dus.
Foto met een verhaal: in de rij voor het Pentagon
Zo’n zeven jaar na de aanslagen van 9/11 – en middenin de War on Terror – was er daar aan die oostkust van Amerika behoorlijk wat te merken van alle veiligheidsmaatregelen. Maar misschien kwam dat ook wel omdat het mijn eerste keer in de VS was. Dat hele spel bij de douane, het fouilleren, elke agent op straat die verdacht veel leek op John McClane; het maakte allemaal net wat meer indruk. Amerika koketteert graag met de maatregelen die het neemt om haar burgers te beschermen, zo viel mij al snel op.
No photographs!
Ergens wekte het dan ook geen verbazing toen mijn reisgenoot en ik, met de metro net gearriveerd bij het station onder het Pentagon, werden aangesproken door de politie. Of we zo vriendelijk wilden zijn om onze foto’s van het naambordje Pentagon Station te wissen. No photographs! Maar toch; ik wilde graag bewijs, met ergens de naam Pentagon. Voor de meesten misschien totaal niet interessant, maar om de één of andere gekke reden behoorde het tot één van mijn missies die dag. Hieronder de wazige, vluchtig genomen foto die mee terug ging.
En toen…
Via de roltrap maakten wij ons vervolgens op voor die volgende missie; het Pentagon binnenkomen. Even rondkijken, als het kan dus naar binnen, wat vragen stellen over 9/11 en als dat niet lukt, dan maar een rondleiding of groepstour. Nogmaals; hoe naïef kun je zijn? Eenmaal boven, weer in het lentezonlicht, zag ik hordes mensen, groepen, diplomaten en mensen in zomerpak met koffertjes en Starbucksbeker in de hand die, daar had het alle schijn van, gewoon naar hun werk gingen. In het Pentagon. Daar waar wij dus niet werkten…
Het is acht jaar later even graven in mijn geheugen, maar wat ik nog goed weet is dat wij maar ergens in een rij zijn gaan staan. In de veronderstelling dat die rij ons uiteindelijk bij een ingang van iets zou brengen. Vreemde blikken vielen ons ten deel. Driekwartsbroek, shirtje, rugtas; we leken niet op onze plek. Toch zag ik ergens in de verte ook rijen met grote groepen scholieren. Dat gaf hoop. We besloten te blijven staan en het aan te kijken.
Fotocamera weg en doen alsof je hier elke dag staat…
Ondertussen zagen we een ingang opdoemen, waar de lui in pak hun attachékoffertje ter controle op zo’n veiligheidsband deponeerden. Daarna toonden ze hun legitimatie. Dit zou wel eens een kansloze missie kunnen worden. Dat werd het ook. Uit gesprekken met mensen in de rij, en mogelijk ook nog met beveiligers bij de poortjes (voor de exacte details laat mijn geheugen het afweten), bleek dat rondleidingen ver van tevoren aangevraagd dienden te worden. Minstens iets van twee weken! En voor ons als buitenlanders- volgens mij is dat nog steeds zo- was het zelfs nodig om eerst toestemming te vragen aan de Nederlandse ambassade in Washington DC. Kortom; er moest flink wat geregeld worden voor zoiets. Kansloos met hoofdletter k.
Teleurgesteld zochten wij daarna onze weg richting de subway, maar met opgeheven hoofd. Weliswaar een illusie armer, maar toch zeker ook een ervaring rijker!
Mooi man…
Haha