Amerika en Europa: Nuances bij ‘Jacksonian’ Trump
“NATO is obsolete” stelde Donald Trump tijdens zijn campagne. De VS “betaalt de veiligheidsrekening” voor andere landen en wordt zelfs door deze landen “uitgebuit”. De ‘America First’-retoriek deed het ergste vrezen voor het Amerikaanse leiderschap in de wereld en daarmee samenhangend de band tussen de VS en Europa. Angela Merkel stelde bijvoorbeeld dat we niet meer kunnen rekenen op de Amerikanen. Hoe staat Europa ervoor, ruim een jaar na het aantreden van Trump? Heeft het reden zich in de steek gelaten te voelen? Gastschrijver Maarten Katsman gaat in deze longread in op de relatie tussen Amerika en Europa. Zoals altijd is het in de politiek belangrijk onderscheid te maken tussen woorden en daden.
Amerika en Europa: Nuances bij ‘Jacksonian’ Trump
“Amerikaanse militaire betrokkenheid bij Europa blijft sterk”
Dit artikel beoogt te midden van al het tweetgeweld en de Trump-heisa enige nuance aan te brengen door te kijken naar de feiten en cijfers: hoe is het gesteld met de Amerikaanse militaire betrokkenheid bij Europa? Is er sprake van een breuklijn tussen de presidentschappen van Obama en Trump? Daarnaast wordt Trump in de historische context geplaatst van Amerikaans buitenlands beleid, gebruikmakend van het model van Walter Russell Mead, zoals uitgelegd in zijn boek Special Providence.
Natuurlijk, ook woorden hebben politieke en strategische impact, en dat geldt zeker voor het ambt van de Amerikaanse president. Ik ben van mening dat Trumps presidentschap in het algemeen een negatief effect heeft op de VS en op de veiligheid in de wereld. Het is echter te makkelijk om alleen naar de persoon Trump te wijzen en te klagen. Ondertussen voldoet de VS namelijk gewoon aan zijn bondgenootschappelijke plichten en is het helemaal niet vreemd als Europa onder druk wordt gezet om hetzelfde te doen.
Obama en de pivot to Asia
Door de populariteit van Obama in Europa wordt nog wel eens vergeten dat hij niet per se het meest betrokken was bij het ‘oude continent’. Door de opkomst van China en andere ontwikkelingen in die regio zag Obama zich genoodzaakt tot een Pivot to Asia. Dit is een draai waarbij niet langer Europa en de Atlantische Oceaan, maar Azië en de Stille Oceaan het belangrijkste ‘theater’ vormen voor Amerikaanse belangen en beleid. Ook bezuinigingen op het defensiebudget speelden een rol bij de pivot. Het is immers politiek makkelijker om te snijden in overzeese bases dan in militaire complexen in de VS zelf, waar Congresleden altijd hun best doen zoveel mogelijk werkgelegenheid in hun eigen district te handhaven.
Concreet betekende de pivot het terugtrekken van meer dan 10.000 soldaten en alle tanks die in Europa waren gestationeerd. Van de vier Brigade Combat Teams (gevechtsbrigades) die permanent in Europa verbleven, eenheden van zo’n 3.500 – 4.500 man, keerden de zwaarste twee volledig terug naar de VS (de Armored Brigade Combat Teams, of ABCT’s). Dit proces was voltooid in 2013.
Draai terug naar Europa?
Het is wellicht niet toevallig dat Rusland in maart 2014 kans zag de Krim te annexeren en daarna onrust te stoken in Oekraïne. Als gevolg hiervan nam Obama een aantal maatregelen en begon hij nieuwe initiatieven. Onder het ‘European Reassurance Initiative’ (2014), later (2016) hernoemd als ‘European Deterrence Initiative’ (EDI) kwamen er weer Amerikaanse militairen, met hun tanks, terug naar Europa. Dit moest met name Oost-Europese NAVO-bondgenoten als Polen en de Baltische Staten een hart onder de riem steken. Het zijn vooral deze landen die op historische gronden angst hebben voor Rusland.
De maatregelen zijn geen terugkeer naar de situatie van vóór 2013, want de huidige troepen komen op rotatiebasis naar Europa, niet permanent. Onder het EDI komt per periode van negen maanden één pantserbrigade (met 90 tanks) naar Europa. Het eigen materieel wordt hierbij ook heen en terug getransporteerd. Deze methode zou als voordeel hebben dat de Amerikanen demonstreren dat ze in korte tijd zwaar materieel kunnen inzetten vanuit de VS in Europa. Critici wijzen erop dat juist permanente stationering meer voordelen heeft: kortere reactietijd in geval van crisis; betere inzet omdat de troepen gewend zijn op te treden in het gebied waar ze zijn gestationeerd; en betere banden en integratie met de troepen van de lokale bondgenoten. Hoe dan ook zette Obama met zijn maatregelen de bondgenootschappelijke verplichtingen van de NAVO kracht bij.
Behalve de troepenrotaties worden verspreid over Europa ook weer depots geopend die Amerikaans zwaar materieel kunnen opslaan, om in geval van escalatie snel in te kunnen zetten. Bijvoorbeeld in het Nederlandse Eygelshoven is nu weer een opslagplaats in gebruik, wat tot 2006 ook het geval was. Hier moeten 1.600 Amerikaanse tanks, pantservoertuigen en zwaar geschut bewaard worden (het materieel van één gevechtsbrigade). Dit is een concreet voorbeeld van prepositioning. Daarmee wordt bedoeld dat materieel en infrastructuur al worden geplaatst of aangelegd, voordat ze daadwerkelijk worden ingezet. Dat scheelt kostbare tijd in geval van nood.
VS als bondgenoot in het tijdperk-Trump
Terwijl Trump bezig is met alles wat Obama heeft bereikt terug te draaien, gaat de door Obama gestarte militaire versterking van Europa onder Trump gewoon door. Sterker nog, die is geïntensiveerd. Het budget van het EDI voor 2018 is verhoogd van 3,4 miljard dollar naar 4,8 miljard, een toename van 41%. Met het EDI worden operaties en oefeningen zoals Atlantic Resolve gefinancierd en beoogt de VS zijn “afschrikking” (deterrence) te verbeteren, bijvoorbeeld door het eerder genoemde prepositioning.
Naast het extra budget wil Trump naar verluidt een extra Brigade Combat Team naar Europa sturen. Daarmee komt, zoals de Amerikaanse expert Ian Brzezinski het stelt, het totaal aantal Amerikaanse bataljons op tien tot twaalf, tegen slechts vier Europese gevechtsbataljons. “We doen in Oost-Europa meer dan de West-Europeanen”, aldus Brzezinski. Hij waarschuwt dan ook niet alleen naar het tweetgedrag van Trump te kijken, maar naar het totale plaatje: “je kunt Amerika niet alleen afmeten aan die tweets”. En: “Naast Trumps retoriek zijn er zijn acties”. Overigens is het niet helemaal duidelijk wat Brzezinski bedoelt met de vier ‘Europese’ bataljons. Als het gaat om de vier bataljons van het Enhanced Forward Presence-initiatief van de NAVO, spelen ook daar de Amerikanen (en die andere Noord-Amerikaanse bondgenoten, de Canadezen) een leidende rol, waarover later meer.
Een maatregel die Obama niet wilde of durfde te nemen, het bewapenen van Oekraïne met zogenaamde lethal weapons (dus niet alleen steun in de vorm van body armor, inlichtingen, training, advies, etc., maar ook dodelijke wapens), is inmiddels door de regering-Trump wél genomen. Los van de vraag of escalatie van het conflict in Oekraïne verstandig is, toont dit gegeven een zekere Amerikaanse toewijding aan de territoriale integriteit van Europese staten.
Solidariteit
Wat brengt Europa zélf in het veld aan de oostflank van de NAVO? Van de vier bataljons (ongeveer 1.100 man per stuk) die de zogeheten Enhanced Forward Presence vormen, worden er twee geleid door Europese lidstaten, namelijk het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. De andere helft staat onder leiding van de VS en Canada. De VS levert ook een flink deel van de benodigde troepen.
Meer in het algemeen geldt dat de Europese NAVO-lidstaten op papier beschikken over in totaal twee miljoen militairen. Echter, slechts 5% daarvan, 100.000 soldaten dus, is daadwerkelijk inzetbaar buiten de eigen landsgrenzen. Wanneer het gaat om de NAVO is ‘artikel V’ het meest bekend: dat artikel is de zogeheten bijstandsclausule en bepaalt dat bondgenoten elkaar helpen tegen een aanval van buitenaf (één voor allen, allen voor één). Minder bekend is dat artikel III verordonneert dat lidstaten zich inspannen om zichzelf te kunnen verdedigen. Hier laten Europeanen wel wat steken vallen. In feite is de verdediging van Europa nog steeds grotendeels, om niet te zeggen volledig afhankelijk van de VS.
Méér dan Trump
Niet alleen de Amerikaanse regering geeft blijk van onverminderde steun aan Europa, het Congres doet dat ook. Het was Capitol Hill dat met strengere sancties kwam tegen Rusland. Trump heeft onder protest zijn handtekening gezet onder die wet (zijn veto was kansloos, vanwege de grote steun in het Congres voor de sancties), maar hij weifelt vooralsnog over de uitvoering ervan.
De bovengenoemde maatregel om lethal weapons aan Oekraïne te leveren werd goed ontvangen in het Congres. Bijvoorbeeld senator John McCain pleitte al langer voor het sturen van javelins (antitankwapens). Ook Democratische Congresleden vroegen om deze, in hun ogen defensieve, hulp aan Oekraïne voor het bestrijden van de separatisten in het oosten van dat land.
Expert Brzezinski heeft in de drie decennia van zijn werkzame leven “in het Congres niet eerder zoveel steun voor de NAVO gezien”. Dat uit zich bijvoorbeeld in de unanieme herbevestiging door de Senaat van artikel V van het NAVO-verdrag, in juni 2017. Met dat artikel is de collectieve verdediging van de lidstaten geregeld. Ook de uitbreiding van de NAVO met de nieuwe lidstaat Montenegro leverde geen problemen op: met 97 tegen 2 stemmen keurde de Senaat, die gaat over internationale verdragen en organisaties, de toetreding van Montenegro goed.
Ten slotte is er behalve de onderdelen van de officiële bureaucratie nóg een belangrijke speler in de Amerikaanse politiek die de trans-Atlantische band ondersteunt: de publieke opinie. Verschillende opinieonderzoeken laten groeiende steun zien aan het Atlantische bondgenootschap. Zo had in een Pew-onderzoek van mei 2017 62% van de Amerikanen een positief beeld van de NAVO. Dat was een stijging van negen procentpunten ten opzichte van het jaar daarvoor. Hetzelfde percentage Amerikanen is bereid Europese bondgenoten militair te hulp te schieten in geval van Russische (militaire) agressie tegen hen. In Duitsland is dit slechts 40%. Als het aankomt op solidariteit ligt de bal dus eerder op de helft van de Europeanen dan van de Amerikanen.
Trump in context
Vaak worden verschillende denkwijzen over buitenlands beleid neergezet als simpele tegenstellingen, zoals realisten vs. idealisten, of haviken vs. duiven. De prominente historicus Walter Russell Mead maakte een kleine twintig jaar geleden een indeling van vier stromingen binnen het denken over Amerikaans buitenlands beleid. De gangbare tegenstellingen komen daarin ook terug, maar kunnen in verschillende combinaties worden samengevoegd. Mead vernoemde de stromingen naar vier prominente figuren uit de Amerikaanse geschiedenis.
Zo zijn Jeffersonians idealistisch, maar in zichzelf gekeerd. Amerika moet zichzelf verbeteren en de eigen democratie perfectioneren, terwijl het interventies in het buitenland zoveel mogelijk vermijdt. Prima als de rest van de wereld het goede Amerikaanse voorbeeld wil volgen, dat is echter geen doel op zich.
Hamiltonians zijn realistisch en open naar de buitenwereld, vooral op economisch gebied. Economische banden en sancties zijn hun favoriete instrumenten in actief Amerikaans optreden in het buitenland.
Wilsonians zijn idealistisch en activistisch. Net als Jeffersonians zien zij Amerika als lichtend voorbeeld voor de wereld, maar anders dan Jeffersonians zijn Wilsonians bereid militaire avonturen aan te gaan om het voorbeeld proactief kracht bij te zetten, ‘to make the world safe for democracy’.
Tot slot de Jacksonians. Zij zijn ook in zichzelf gekeerd, isolationistisch zelfs, zolang de buitenwereld zich ook niet met hen bemoeit. Wanneer de Amerikaanse (militaire) eer in het geding komt, gaan echter alle remmen los: “In war, there is no substitute for victory” (citaat van generaal Douglas MacArthur). Ondanks hun isolationistische inslag houden Jacksonians graag een groot en sterk militair apparaat in stand. Het liefst gebruiken zij dit niet, maar in geval van een aanval of gepercipieerde schending van de Amerikaanse eer gaan ze tot het uiterste om de vijand op de knieën te dwingen. ‘Limited war’ bestaat niet.
Trump behoort tot deze laatste groep. Hij heeft veel ontzag voor militairen, kijk maar naar het hoge aantal (oud-)generaals in zijn regering, of de recente opdracht aan het Pentagon om een militaire parade te organiseren zoals de Fransen doen op 14 juli. Ook is de krijgsmacht zo’n beetje de enige overheidsdienst die een hoger budget kreeg. Tegelijkertijd voerde Trump campagne met een isolationistische insteek: geen nation building meer, daar is de krijgsmacht niet voor.
Andrew Jackson, naamgever van de Jacksonians, had iets onvoorspelbaars. Als generaal deed hij met zijn troepen bijvoorbeeld een ongeautoriseerde inval in wat nu Florida is, destijds Spaans gebied. Hij stelde zijn tegenstanders, en ook zijn politieke superieuren, voor voldongen feiten. Trump bezit ook die onvoorspelbaarheid. Wie weet wat hij gaat doen wanneer het Ruslandonderzoek van Robert Mueller hem werkelijk in het nauw drijft? Hoewel de sterke Amerikaanse militaire betrokkenheid bij Europa geruststellend is, biedt dit geen garanties.
Conclusie
Heeft Europa na één jaar Trump reden zich in de steek gelaten te voelen? Gelet op de voortdurende militaire betrokkenheid van de Amerikanen bij Europa valt dat dus wel mee. Terwijl zelfs Trumps negatieve woorden over het Atlantische bondgenootschap enigszins zijn afgezwakt, spreekt vooral het Amerikaanse defensiebeleid boekdelen: Europa is voor zijn veiligheid nog altijd afhankelijk van de VS, en de Amerikanen blijven de leidende rol spelen in de verdediging van Europa. Bovendien is de VS méér dan de president. Belangrijke spelers als het Congres en de publieke opinie houden Amerika in ieder geval voorlopig nog stevig in het kamp van de Atlantici.
Trump wordt vaak (terecht) inconsistentie verweten. Zijn wereldbeeld en visie op de rol van Amerika in de wereld zijn echter al langer gestoeld op min of meer dezelfde principes. Hoogleraar Amerikanistiek Ruud Janssens heeft hier onlangs een goede analyse van geschreven. Wat dat betreft is het niet verrassend dat de krijgsmacht meer middelen krijgt van Trump, en dat de president bereid is op dit punt wél Obama’s voorbeeld te volgen en te blijven investeren in de verdediging van Europa. Ondanks alle retoriek is die Amerikaanse steun aan bondgenoten blijkbaar ook voor de Jacksonian Donald Trump noodzakelijk voor het beschermen van Amerikaanse belangen, in ieder geval voorlopig.
Maarten Katsman schreef dit artikel op persoonlijke titel.
Maarten Katsman (1984) is redacteur en historicus. Tijdens zijn studie geschiedenis raakte hij verknocht aan Amerika, wat uiteindelijk resulteerde in een master American Studies. Men beweert wel dat de VS geen geschiedenis heeft door zijn nog jonge leeftijd, maar zoals met alles doen de Amerikanen alles groter en sneller: van onbeduidend los verband van staatjes tot supermogendheid in krap 200 jaar, dat doen weinig andere landen de VS na. Hoogtepunt van verschillende Amerikabezoeken was een roadtrip van New York tot Key West, via de Appalachians en Great Smoky Mountains, en langs de kustlijn weer noordwaarts naar Washington, D.C. Op zo’n tocht komen alle clichés en contrasten van de VS voorbij die het land zo fascinerend maken. Op de wensenlijst staan de westkust en de leegte van ‘fly over country’ bovenaan.