Jekyll Island Club Hotel: retreat voor rijkelui!
Overnachten in het private retreat van de allerrijkste Amerikaanse industriëlen? Het kan! Voor de kust van Georgia ligt Jekyll Island en daar vind je het Jekyll Island Club Hotel. Gastschrijfster Harmke Hulsman verbleef er twee nachten en waande zich even in het begin van de twintigste eeuw.
Jekyll Island Club Hotel: retreat voor de allerrijksten!
Het Jekyll Island in Georgia
Jekyll Island is een barrier island, een soort waddeneiland voor de moerassige kust van Georgia. Via een imposante brug kom je op het eiland. Daar betaal je toegang, net als bij sommige Nationale Parken (6,- dollar per dag per voertuig, 28 dollar per week per voertuig). Direct links ligt het terrein van de Jekyll Island Club. Achter de grote oude eiken en dennenbomen doemt een prachtige Victoriaanse oase op, het Jekyll Island Club Hotel. Een hotel met een letterlijk rijke historie.
In 1886 kochten enkele rijke industriëlen Jekyll Island. Een privé-eiland helemaal voor henzelf. Hier overwinterden begin twintigste eeuw de Astors, Macy’s, Morgans, Cranes, Goulds, Goodyears, Rockefellers, Pulitzers en Vanderbilts. Met andere woorden: destijds de eigenaren van ongeveer de helft van al het geld op onze aardbol. Langs de rivierkust bouwden ze cottages (lees: enorme villa’s) rondom een groots Victoriaans clubhuis met ongeëvenaarde standaarden van comfort en service. In zo’n cottage werd een compleet huishouden inclusief facilitaire staf gehuisvest. Twee van deze ‘cottages’ zijn gerestaureerd en vormen nu deel van het hotelcomplex, andere cottages zijn ook gerestaureerd en te bezichtigen in het Historic District.
Genieten van het Club Hotel
Het clubhuis is ontworpen door Charles Alexander uit Chicago in Queen Anne-stijl met een torentje, veranda’s, opvallende schoorstenen en dit alles symmetrisch. Voor het gebouw ligt een enorm, gladgeschoren grasveld waar je een ontspannen spelletje croquet kunt spelen. Binnen kraakt het lichtblauw geschilderde hout onder onze voeten en ruikt het naar hout en geschiedenis. Wij verbleven in de ‘Annex’, het bijgebouw uit 1901 met oorspronkelijk privéappartementen en het had, heel modern toen, indoor plumbing (toilet in huis). We krijgen een grote, zware sleutel voor onze hotelkamer en lopen door de lange gangen naar de kamer. Hoge plafonds, ramen met shutters, badkamer met grote kranen, alles helemaal in stijl. Je waant je echt even honderd jaar terug in de tijd!
Achter de Annex liggen een prachtige binnentuin en een ontzettend fijne veranda. Stiekem mijn favoriete plekje van het hotel. Je kunt er ’s avonds heerlijk in een schommelstoel een boek lezen, een drankje doen of gewoon fijn wegdromen met een blik op eeuwenoude eiken behangen met Spaans mos. ’s Ochtends ontbijt je er fijn in de ochtendzon: bij het Club Café koop je Starbuckskoffie, croissants, bagels, muffins en ander zoet gebak en je krijgt er een gratis USA Today bij.
Ondanks de meterslange zandstranden aan de Atlantische kust heeft het hotel een heel fijn zwembad op het terrein. Met heerlijke cocktails en hotdogs binnen handbereik een geweldige plek om een luie dag door te brengen. Het hotel heeft overigens ook een privéstrandhuis aan de Atlantische kust exclusief voor hotelgasten.. Dineren kun je ook in stijl, bijvoorbeeld in de statige State Dining Room met houten lambriseringen en krakend parket onder je voeten. Ook mooi – en wat informeler – is het Courtyard at Crane. Crane is de voormalige cottage van de Cranes, staalmagnaten uit Chicago.
Aantrekkingskracht
Na twee nachten snappen we de aantrekkingskracht van het eiland en het clubgebouw. Je kunt je een dag op Jekyll begin twintigste eeuw wel voorstellen. ’s Ochtends een beetje jagen, ontbijten, wat croquet of tennis spelen, een ritje met de wagen over het eiland, lome middagen op het strand, feestjes onder de oude eiken en uiteraard copieuze diners in de Dining Room van het clubhuis. Met als afsluiter een borrel met sigaar/sigaret in de salon.
Voor de happy rich zorgde de Tweede Wereldoorlog voor een gedwongen afscheid van het eiland. Het eiland was te kwetsbaar en onbeschermd voor mogelijke U-bootaanvallen en werd dan ook geëvacueerd. De staat Georgia kocht het eiland in 1947, maakte er een State Park van en droeg het in 1950 over aan de Jekyll Island Authority zodat het State Park ook toeristisch ontwikkeld kon worden. En zo konden wij ook genieten van de grandeur van dit geweldige verblijf van Amerika’s grootste industriëlen.
Meer informatie: Jekyll Island Club Hotel en het eiland zelf.
Harmke Hulsman (1979) is communicatiespecialist, woont met vriend Chris in De Meern en werkt in politiek Den Haag. Gefascineerd door de geschiedenis en politiek van de VS. In 2011 maakte ze met Chris een roadtrip langs de oostkust. ‘We begonnen in New York City (wow!) en eindigden in Orlando. Geweldig om zelf op de plekken te lopen die je van tv kent en op de historische plekken waar ik over gelezen heb! Een weekje zon in Orlando in de winter staat ook hoog op ons favorietenlijstje.’ Twitter: @harmke_h