De verkiezingen van 2016 is er een van kiezen tussen twee kwaden. De Amerikanen gaan op 8 november naar de stembus om te bepalen wie hun 45e president wordt, maar de verwachting is dat de opkomst niet erg hoog zal zijn. Veel kiezers zullen met tegenzin kun keuze maken tussen de controversiële Donald Trump bij de Republikeinen en Democraat Hillary Clinton, vertegenwoordiger van het establishment. Gastschrijver Marco van den Doel laat zijn licht schijnen over de verkiezingen 2016 en het kiezen tussen twee kwaden.    

Verkiezingen 2016: kiezen tussen twee kwaden

De Amerikanen moeten bij de presidentsverkiezing van 2016 kiezen tussen twee kwaden, want beide kandidaten zijn erg impopulair. Donald Trump wordt door een aanzienlijk deel van de Republikeinse achterban gesteund omdat hij zich niets aantrekt van het establishment. Dat spreekt veel mensen aan. Maar voor veel traditionele Republikeinen is hij te controversieel en men is bang dat hij de partij te gronde richt. Prominente Republikeinen, zoals de familie Bush en Mitt Romney, gaan niet op hem stemmen.

Door een aanzienlijk deel van de Republikeinse kiezers wordt Trump gehaat.

Dat geldt ook voor de Democratische kandidaat, Hillary Clinton. Het succes van Bernie Sanders is mede te verklaren door de afkeer die veel kiezers van Clinton hebben. Clinton vertegenwoordigt het establishment en draait al lang mee in de politiek en daar heeft men nu genoeg van. Ook de kwestie rondom haar e-mails draagt niet bij aan het vertrouwen en de transparantie die belangrijk is bij politici. De website Five Thirty Eight laat mooi zien hoe impopulair Trump en Clinton zijn. Trump heeft een strong unfavorable rating percentage, zoals dit wordt genoemd, in de periode maart tot april van 53 procent. Dit is het hoogste percentage ooit. Mitt Romney kwam in 2012 niet verder dan twintig procent. Het impopulariteitspercentage van Clinton is 37 procent. Obama lag in 2012 op 23 procent. Five Thirty Eight schrijft dan ook:

“No past candidate comes close to Clinton, and especially Trump, in terms of engendering strong dislike a little more than six months before the election.”

De website laat ook zien dat de impopulariteit ook aan de kandidaat ligt. Geen enkele voormalige Republikeinse of Democratische presidentskandidaat haalde zo’n hoog negatief percentage van populariteit als Trump en Clinton. Clinton heeft een negatief percentage van twintig procent en Trump van -40 in de periode maart tot april. Deze percentages kunnen gedurende campagne nog veranderen, maar het geeft wel aan dat zowel een kandidaat die tot het establishment behoort (Clinton), als een kandidaat die alle politieke regels aan zijn laars lapt en juist de Republikeinse partijtop tot waanzin drijft (Trump), allebei niet populair zijn. Dat maakt het zo moeilijk om te voorspellen wie de meeste kans heeft om de verkiezingen te winnen.

De website Real Clear Politics doet toch een poging en laat vaak mooie grafieken zien. Uit verschillende data maken zij een peiling. In een peiling ligt Clinton nu 3,1 procent voor op Trump. Clinton zou 45,8 procent van de stemmen krijgen en Trump zou 42,7 procent van de stemmen krijgen als er nu verkiezingen zouden zijn. Eind maart was het verschil veel groter. Toen zou Clinton vijftig procent van de stemmen krijgen en Trump slecht 38,8 procent en zou Clinton dus met een verschil van 11,2 procent Trump verslaan. Nadien is Trump steeds dichterbij gekomen. Dit komt vooral omdat Clinton nog met Bernie Sanders in gevecht is.

De website onderzocht dan ook hoe Sanders het zou doen tegenover Trump. Wat opvalt, is dat hij het veel beter zou doen dan Clinton. Sanders zou in de peiling, als er nu verkiezingen zouden plaatsvinden, 50,6 procent van de stemmen krijgen. En Trump zou als hij het tegen Sanders moet opnemen 39,4 procent krijgen. Tegen Clinton haalt Trump 42,7 procent. Het verschil is hier ook 11,2 procent, maar in maart was dit verschil nog groter, namelijk 17,4 procent. Clinton is dus een zwakkere kandidaat tegen Trump dan Sanders. Trump heeft dan ook al herhaaldelijk gezegd dat hij blij is dat hij het tegen Clinton moet opnemen.

Veel kiezers zien dan ook liever een strijd tussen Sanders en Trump, omdat de kans groter is dat Sanders van Trump wint dan Clinton. Er doen twee anti-establishment-kandidaten mee en dit jaar is wel duidelijk dat de Amerikaanse kiezer totaal wat anders wil. Maar Bernie Sanders zal de Democratische nominatie niet winnen, dus zal de strijd gaan tussen Hillary Clinton en Donald Trump. Het is waarschijnlijk niet de gedroomde strijd. Het zijn twee impopulaire kandidaten en dus is het voor de Amerikaanse kiezer op 8 november kiezen tussen twee kwaden.